De labyrintische gedachte werd meegenomen uit Nieuwegein. Gelegen op het schildersdoek hoorde ik het publiek van gedachten wisselen. "Konden ze over de getrokken strepen heenstappen, over de invulling van het terrein of over hoeveel mensen op de installatie af waren gekomen." Op de grond gelegen, hoorde ik gemeenteraadsleden, kunstuitleenmedewerkers, kunstenaars , winkelend publiek, scholieren en pers standpunten en meningen uitwisselen. Ook hoorde ik de omgevingsgeluiden heel erg goed. Het carrillon wat ieder kwartier sloeg. De voorbij razende auto´s. Het gemurmel van de performer die op 50 meter afstand mijn verhaal voorlas. Ik ervoer een vreemde bewustwording door die geluiden en bedrijvigheid om me heen. Ik leek wel afwezig, maar was juist heel erg daar. Ik voelde een enorme ruimte en dat er ruimte was voor mij. Het viel me op hoe open en onbevangen boven mijn hoofd standpunten, informatie en gvoelens werden geventileerd. Tot aan vreemd gaan en nieuwe verliefdheden toe. Dit gegeven werd verwerkt in de open vormgeving van het genderdemocratic labyrint zelf.